Laatste nieuws

Er bestaat al jaren behoefte aan een nieuwe, simpeler, berekening van de beslagvrije voet. Het Rijk heeft de noodzaak onderkend maar schuift de invoering al jaren voor zich uit. De nieuwe beslagvrije voet moet zijn ingevoerd in 2021, maar deurwaarders zijn bang dat die datum niet wordt gehaald.

Vooral na de invoering van de zogeheten kostendelersnorm bij de bijstand, voldeed de oude berekening niet meer. Mensen met bijstand die hun kosten kunnen delen met anderen die in hetzelfde huis wonen en daarom een lagere uitkering krijgen, hebben een inkomen dat lager is dan de beslagvrije voet. Beslag onder de uitkering is daardoor niet mogelijk. Dat is voor niemand prettig. De deurwaarder kan de schuld niet innen, maar ook voor de persoon met schulden is dat niet prettig, want die blijft langer in de schulden.

De gerechtsdeurwaarders vinden ook dat het berekenen van de beslagvrije voet vaak fout gaat en daardoor kunnen mensen met schulden nog verder in de problemen komen, dan ze al zitten. Volgens schattingen is in 75 procent van de gevallen de beslagvrije voet te laag vastgesteld. Dat betekent dat er dan per maand een te groot bedrag moet worden afgelost op schulden. Vaak kunnen mensen daardoor basisbehoeften als eten en drinken daardoor niet meer betalen.

Een beslagvrije voet is, behalve als iemand verblijft in een inrichting, 90% van de bijstandsnorm inclusief de vakantietoeslag. De beslagvrije voet kan op een hoger bedrag worden vastgesteld als iemand onevenredig hoge zorg- of woonlasten heeft. In dat geval hoeft er per maand minder te worden afgelost op de schulden. Het gevolg is meestal wel dat iemand daardoor langer in de schulden blijft.

Een paar weken eerder lieten we u op deze plek al weten dat ook rechters in actie waren gekomen om de schuldproblematiek te lijf te gaan.