Bijstand een veel voorkomende bron van schulden
2 september 2024
In Nederland hebben ruim 286.000 mensen een openstaande bijstandsschuld. Dat blijkt uit een onderzoek door docenten en hoogleraren van universiteiten in Leiden, Amsterdam en Tilburg. Over het onderzoek is in het economenvakblad ECB een artikel verschenen dat ook de landelijke en regionale dagbladen heeft gehaald. Uit het onderzoek blijkt dat de totale schuldenlast € 1,4 miljoen bedraagt en dat de gemiddelde schuld € 6.600 is. Maar liefst een op de vijf uitkeringsgerechtigden heeft een openstaande bijstandsschuld, terwijl vooral hoge schuldpieken zichtbaar zijn bij het begin en het einde van de bijstandsuitkering. De totale schuldenlast is qua omvang vergelijkbaar met het totale bedrag aan openstaande toeslagenschulden.
Oorzaken bijstandsschulden
De onderzoekers signaleren dat de bijstandsschulden vooral ontstaan door terugvordering van te veel ontvangen bijstandsuitkeringen, door bijstandsleningen voor eenmalige hoge uitgaven en door boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht.
Voor het terugbetalen van bijstandsschulden wordt veelal een betalingsregeling getroffen. De maandelijkse terugbetaling stijgt mee met de hoogte van het inkomen en kan nooit hoger zijn dan het verschil tussen het inkomen en de beslagvrije voet (een vrij te laten bedrag dat geldt als bestaansminimum). Indien mogelijk, wordt de maandelijkse terugbetaling ingehouden op de bijstandsuitkering. Als iemand een bijstandsuitkering en hij heeft naast een bijstandsschuld ook nog andere schulden dan gaat de aflossing van de bijstandsschuld voor aflossing van de andere schulden.
De belangrijkste bepalingen voor het terugvorderen van bijstandsuitkeringen, opleggen van boetes en verstrekken van bijstandsleningen zijn landelijk vastgelegd in de Participatiewet en de Fraudewet. Gemeenten hebben slechts een beperkte ruimte bij de uitvoering van wet- en regelgeving. Maar er kunnen dus verschillen tussen gemeenten voorkomen.,
Bijstandsschulden staan vaak lange tijd open. Dat komt door enerzijds de hoogte van de schuld en anderzijds het geringe bedrag dat een bijstandsgerechtigde per maand kan afbetalen. Bij ruim driekwart van de personen staat de schuld langer dan een jaar open en bij ongeveer 45 procent zelfs langer dan drie jaar.
Schuld ontstaat vooral rond aanvang en einde bijstandsuitkering
Rondom de aanvang van een bijstandsuitkering ontstaan vaak direct al bijstandsschulden. Deze schuldtoename bij aanvang van de bijstand wordt verklaard door een drietal ontwikkelingen. Ten eerste zien we een kortstondige piek in overige bijstandsschulden als gevolg van verstrekte voorschotten op de bijstandsuitkering. Bij toekenning van een bijstandsuitkering (met terugwerkende kracht) worden vaak voorschotten verstrekt die later worden verrekend en als schuld verdwijnen. Ten tweede is een directe toename zichtbaar in verstrekte leningen door toekenning van bijzondere bijstand in de vorm van een lening. Tevens door toekenning van bijstand onder verband van een krediethypotheek ('opeten eigen huis'). Ten derde zien is er een toename in schulden zonder dat daar een overtreding aan voorafging (de gemeente verstrekt om welke reden dan ook meer uitkering dan waarop recht bestaat) en een toename in schulden vanwege een overtreding van de inlichtingenplicht (administratieve boetes).
Ook beëindiging van de bijstandsuitkering gaat gepaard met een sterke toename in de kans op bijstandsschulden. Bijvoorbeeld omdat inkomsten achteraf wordewn verrekend met de uitkering en er dus aan het einde nog niet alles is verrekend.
Conclusies onderzoek
Bijstandsschulden komen veelvuldig voor bij bijstandsgerechtigden. Tevens bevinden personen met openstaande bijstandsschulden zich veelal in een (financieel) kwetsbare positie: ze hebben geen of weinig werk, zijn afhankelijk van een bijstandsuitkering, er is sprake van een problematische schuldsituatie ener ziijn vaak ook gezondheidsproblemen. Gezien deze positie, de aanzienlijke omvang van bijstandsschulden en de veelal beperkte maandelijkse aflossing, dreigen bijstandsschulden de schuldenproblematiek van deze groep te vergroten. De onderzoeker bepleiten vanwege de verregaande gevolgen van problematische schulden een integrale stevige aanpak van dit vraagstuk. Dit stelt eisen aan zowel beleid als uitvoering. Preventief ingrijpen ligt hierbij voor de hand.
Door het versterken van de informatievoorziening, versnellen van werkprocessen bij wijzigingen in de uitkering en proactief informeren van personen over het risico op vorderingen kunnen vorderingen deels worden voorkomen.
Voor een wezenlijke vermindering van (nieuwe) bijstandsschulden achten de onderzoekers verdergaande aanpassingen nodig. De overheid dient hierbij een evenwicht aan te brengen tussen enerzijds de functie van bijstandsleningen en terugvorderingen binnen het huidige socialezekerheidsstelsel en anderzijds de nadelige gevolgen van bijstandsschulden, zoals financiële stress, bestaansonzekerheid en de kleinere prikkel om werk te zoeken door terugbetaling.
De onderzoekers vragen aandacht voor het belang van de integratie van de ‘menselijke maat’ binnen het bijstandssysteem. Het afgelopen decennium heeft met de Fraudewet (2013) en de Participatiewet (2015) de focus gelegen op strengere handhaving en het terugdringen van bijstandsgebruik en -misbruik. Dit heeft echter ook geleid tot een klimaat waarbij onbedoelde fouten van bijstandsgerechtigden werden aangemerkt als fraude. Na enkele uitwassen op dit gebied uitgebreid de pers hadden gehaald is er meer aandacht voor genoemde menselijke maat en werkt de landelijke overheid aan veranderde regelgeving.
Tot slot stellen de onderzoekers dat het belangrijk is dat gemeenten rekening houden met complexe situaties waar inwoners met bijstandsschulden mee te maken hebben. Personen met schulden hebben immers veelal te maken met problemen binnen meerdere levensdomeinen, zoals geen werk en gezondheidsproblemen. Daarmee is de kans groot dat deze personen te maken krijgen met verschillende professionals met verschillende rollen van dezelfde gemeente. De inwoner treft de gemeente niet alleen in de rol van schuldeiser, maar ook als verstrekker van de bijstandsuitkering, WMO-consulent, handhaver of schulddienstverlener. Dit maakt de relatie met de gemeente complex, waarbij (negatieve) ervaringen met de gemeente als schuldeiser kunnen doorwerken in de relatie met andere professionals. Professionals dienen in het contact met klanten en cliënten hier dan ook rekening mee te houden.
De Adviesraad
De Adviesraad Sociaal Domein Noardwest Fryslân heeft onder andere op deze plaats maar ook in het contact met de gemeenten in deze regio regelmatig aandacht gevraagd voor de menselijke maat ( onder andere met het motto 'vertrouwen geven is vertrouwen krijgen'). Een andere benadering zou vooral naar voren moeten komen in het beleid op het gebied van bestaanszekerheid dat momenteel in de steigers staat.